U bent hier: startpagina » dichterbijodoorn » achter » armenhoes


armenhoes

Rusthuis/Tehuis voor ouden van dagen/ds. van Lunzenhuis.

Het bestaande gebouw (ook wel warkhoes genoemd) dateert uit 1858 en werd gebouwd in opdracht van de diaconie van de Vrijzinnige Hervormde Gemeente Odoorn. Het werd gebouwd door dhr. Ottens wonende aan de Zijtak voor 25900,00 guldens.
De grond werd gekocht tegen de zogenaamde “Paasbergen” aan en kostte 200,00 guldens voor 10 ha. grond.

Om deze bouw te verwezenlijken werd er door de diaconie een aantal van hun huizen en landerijen verkocht.

In 1910 en in 1939 wordt er melding gemaakt om tot een nieuw ‘Tehuis voor Ouden van Dagen’  te komen, aan de zuidzijde van het bestaande gebouw.

Het uitgangspunt van het Armenhoes was een stukje christelijke barmhartigheid. Vanuit  de kerkelijke gemeente in haar midden  voor “eenzamen die ‘oud en arm’ zijn”.

Het moest een huis worden waar zij gevoed, gekleed en verzorgd worden, en waar het “licht des geloof” hun niet wordt onthouden.

Het was niet altijd succesvol. Er was wel eens aanleiding om het ‘Armenhoes’ op te heffen vanwege het feit dat de gehele organisatie van dit tehuis werd gerund door mensen (vrijwilligers) vanuit het kerkbestuur. Maar dankzij deze kerkraadsleden heeft het stand gehouden tot de opening van het huidige bejaarden/ zorgcentrum ‘De Paasbergen’ in 1974.

De bejaardenwoningen, gesitueerd naast ‘de Paasbergen’ werden opgeleverd in 1972.

Dit alles in gezamenlijkheid met de toen gemeente Odoorn en de Vrijzinnige Hervormde gemeente Odoorn .

Het Armenhoes werd beheerd, doch onder bestuurlijke verantwoordelijkheid  van de kerkenraad, door een ‘armen vader en moeder’ die de zorg van de inwonende mensen op zich namen, tegen een toen redelijke vergoeding.

De mannen hielden zich bezig met de ’Steenklopperij’:  keien kloppen die werden gebruikt voor verharding van de wegen de z.g. ‘Macadam’  wegen. Ook het ontsteken van de straatlantaarns behoorden tot hun taak als bewoners van het Rusthuis. Men hield varkens, geiten,konijnen en schapen die na verloop van tijd weer werden verkocht of voor eigen gebruik werden aangewend. Ook hield men een aantal koeien waar ze melkgeld voor beurden. Dit alles werd ook verzorgd door de bewoners. In 1968 kwamen de eerste plannen op tafel om tot de bouw te komen van een bejaardentehuis ‘nieuwe stijl’. Dit is later ‘zorgcentrum ‘De Paasbergen’ geworden. 

Het oude rusthuis heet nu  ds. van Lunzenhuis, genoemd naar een predikant van de Oringerkerk (in de periode van 1935 tot 1962.) Deze dominee was een strijdbaar man die zich ook het lot van de bewoners van het rusthuis aantrok.

De lijkwagen die eigendom was van de diaconie stond er gestald. Hier werd aan de achterkant (Oost) zijde een lijkwagenhuisje gebouwd. Dit duurde tot 1964 toen het paard werd vervangen door een lijkauto. Dat zo’n echtpaar het niet altijd voldoende vond blijkt uit het volgende: In 1940 was 

Foto

er een beheerders echtpaar die 300,00 guldens verdiende per jaar (wat al goed betaald was in die tijd). Deze hadden een volwassen zoon die ook bij hun woonde tegen 3 guldens per week. Ook namen ze twee pleegzoons mee waar ze ook ruim honderd guldens per jaar aan verdienden. Dit bij elkaar opgeteld met een toeslag van 25,00 guldens verdiende dit echtpaar 575,00 guldens. Tel daar nog bij op vrije kost, inwoning, vuur, licht, geneeskundige verzorging, groene kruis en ziekenhuisverpleging. In 1967 werd er een mevrouw benoemd voor het bestieren van wat het Rusthuis.

 


 

Dichter bij … Jelte van der Kooi

Jelte van der Kooi (1965) is onderwijsmens, stond vele jaren voor de klas, was intern begeleider en directeur in het basisonderwijs. Hij brengt in zijn huidige werk als trainer/ adviseur/ coach organisaties en mensen in beweging, verbindt door te prikkelen en te spelen met nieuwsgierigheid. Hij is schrijver, verteller en denker buiten de bestaande kaders en heeft verschillende publicaties (onderwijsgerelateerde artikelen, het praktijkboek ‘alles is taal in de schatrijke school’ maar ook twee romans en een bundel verhalen over meester Korneel) op zijn naam staan. Met zijn gedichten en verhalen probeert hij lichtvoetig te balanceren op de grens van proza en poëzie.

Jelte maakt deel uit van de commissie Dichter bij Odoorn.